Download details |
De Hebreeën brief is een moeilijke brief met veel typologie (leer van de beeldspraak). We lezen hier over een verbond dat vol staat met betekenissen voor ons leven. De tabernakel en de offers zijn een uitbeelding van een geestelijke realiteit; de plaats waar God woont en het werk van de Heere Jezus Christus. God zag op het bloed van het offer, waardoor men in zekere zin weer tot God kon naderen. Het binnenste heiligdom werd afgeschermd door het voorhangsel, alleen de hogepriester mocht hier als representant komen. Hij had daar één keer per jaar een ontmoeting met God. Maar, de weg naar het binnenste heiligdom was niet vrij, de mens kon zelf niet tot God naderen. In Hebreeën 9 &10 krijgen wij de uitnodiging om in vrijheid te naderen en er te blijven voor Gods aangezicht!
Heb 1:1-3 & Heb 8:1. We lezen hier over het nieuwe verbond. Heel kort samengevat staat hier dat de Heere Jezus 'de buitenkant' van God is. Hij heeft vlees en bloed aangenomen. Hij zegt tegen zijn discipelen: "Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien". Nadat Hij het verlossingswerk had volbracht, heeft Hij zich gezet aan de rechterhand van God. Hij is de Hogepriester waardoor we altijd in gemeenschap met Hem kunnen blijven op basis van het éénmalige Offer. (Heb 7: 23-24) Als wij tot onze God naderen, moeten we in het dagelijkse leven geheiligd en gereinigd zijn (Joh 13:2-11). Daar hebben we onze Hogepriester voor nodig. In de offers uit het oude testament zien we aspecten van Zijn eenmalig offer.
Heb 8:2-3 De tabernakel was een beeld van het ware heiligdom. Alles wat we door mensenhanden voortbrengen vergaat uiteindelijk; de tabernakel, de ark, de tempel zijn allemaal verdwenen. God zelf moet het bouwen. In heb 9:1-12 lezen we meer over de betekenis van de tabernakel. Vanaf Heb 9:13 lezen we over het offer.
Heb 8:4. Dit is in Heb. 7 uitgelegd. De Heere Jezus kwam uit de stam van Juda en David, daar komen geen priesters uit voort. In Zacharia lezen we dat onder een nieuw verbond een koningschap en priesterschap samenkomen in één persoon.
Heb 8:5 De tent was een weergave, niet de hemel zelf.
Heb 8:6-7 De tabernakel, de offers en het priesterschap waren onderdeel van het oude verbond. Het Griekse woord wordt soms vertaald met testament, maar meestal met verbond. We kunnen zeggen dat onze Bijbel bestaat uit het Oude en het Nieuwe Testament. Vanaf het moment dat het voorhangsel scheurde bij het sterven van de Heere Jezus. Vanaf dan werd toegang mógelijk; als we Hem aannemen en als we Hem in geloof aannemen als verlosser. We mogen dan binnengaan!
Het oude verbond werd gesloten met het Joodse volk. Zij hadden de opdracht om over de almacht van God te prediken naar de volken, zodat ze naar Jeruzalem zouden komen om Hem te aanbidden. Ze dwaalden af en pleegden overspel (Ezechiël 16). God stuurde profeten (waaronder Jeremia) en uiteindelijk Zijn Zoon. De gelijkenis van de wijngaard is in een notendop de geschiedenis van het volk. (Mattheus 21:33ev, Jesaja 5). God zette haar (Zijn beminde) uiteindelijk uit Zijn huis (Jeremia 11).
Heb 8:8-11. Dit is een aanhaling uit Jeremia 31:31-34. De Heere kondigt een nieuw verbond aan . Door de Heilige Geest worden, bij onze wedergeboorte, de wetten op onze harten geschreven (2 Kor 3, Ef 5). In de toekomst zal dat ook zo zijn voor het Joodse volk.
Heb 8:12. Hier vinden we het essentiële. Het oude verbond stopte bij de dood en de opstanding van de Heere Jezus . Het nieuwe verbond wordt gekenmerkt door vergeving van zonden die tot stand is gekomen door Zijn werk. Al onze zonden zijn weg gedaan! Wij leven onder het nieuwe verbond en hebben kennis en gemeenschap met onze Heer. (Matt 26:26-28)