Overzicht Zoek Boven
Download details
Marcus 1 - Het dienen van Marcus 1 - Het dienen van God (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) Hot

Marcus 1:9 -13. We lezen niets over Zijn afkomst. Het is ook niet belangrijk om dit van een dienstknecht te weten. Hij zal geen makkelijke jeugd hebben gehad. Zijn moeder was voor het huwelijk in verwachting, daar zal Hij ongetwijfeld als kind wat van gehoord hebben. Zijn vader is vroeg overleden. Als oudste kind moest je dan voor het inkomen zorgen, hard werken. Zijn broers zagen niet wie Hij was. Toch lezen we niets over verbittering van de Heere hierover. Dit is een les voor ons. Als we onze jeugd niet hebben verwerkt, dan speelt dat mee in ons geloofsleven; het bepaalt ons beeld van God. We kunnen dan met verkeerde motieven aan het werk gaan in het Koninkrijk.

Het eerste wat we van Hem lezen zijn twee bijzondere dingen; Hij was tussen de mensen en liet Zich dopen door Johannes de doper. We kunnen God niet in ons eentje dienen. God dienen betekent anderen dienen, onder de mensen zijn. Hij staat toe dat een gewoon zondig mens Hem doopt. Hij kent geen hoogmoed en stelt een ander boven zich. Een dienstknecht van God staat ook toe dat anderen hem leren. Vrome hoogmoed is een groot gevaar voor christenen. Van wie neemt u iets aan? We mogen onze hoogmoed bij het kruis brengen, zodat we weer verder kunnen.

God spreekt Zijn welbehagen over de Heere Jezus uit vóórdat zijn dienst begint. Wij denken soms dat we eerst iets moeten doen. Als God naar ons kijkt, ziet Hij de Heere Jezus. Hij houdt van ons. We gaan Hem niet dienen om Zijn liefde te krijgen, maar juist omdat we die hebben gekregen. Hij heeft ook welbehagen in ons.

Lukas 4:1-13. Hier wordt uitgelegd wat de aanvallen van de satan zijn en hoe we er op moeten reageren. De Heere had honger en de satan daagt Hem uit om voor zichzelf te zorgen. De eerste verzoeking is: we doen wat wij willen en wat wij vinden dat we nodig hebben. We moeten het juist van God verwachten. Als we er helemaal aan toegeven komen er geen verzoekingen meer, maar dan heeft satan zijn doel bereikt: we zijn geen dienstknecht meer, al blijven we wel behouden. De tweede verzoeking gaat over 'heersen'. Deze hoogmoed speelt vooral voor hen die leiding geven in de gemeente. Dienen van de gemeente kan ook juist eenvoudig, praktisch onzichtbaar werk zijn wat niemand ziet. Het hoeft niet opvallend te zijn. De Heere heeft de discipelen hier iets verteld over Zijn verzoekingen. Doen wij dat ook? Delen we met anderen over onze zwakheden? De derde verzoeking is dat we in ons in het dienen niet afhankelijk opstellen van God, niet Zijn wil zoeken, maar gewoon doen wat we zelf willen en handelen naar eigen inzicht. We merken op dat de Heere antwoordt met schriftplaatsen. Wij moeten doordrenkt zijn met de schrift om de verzoeking te weerstaan.