Handelingen 2:42: We moeten ons de situatie in Jeruzalem niet te romantisch voorstellen. Het was een harde tijd en mensen stierven van de honger. Het alternatief was prostitutie of diefstal. Het delen gaat hier over voedsel dat nodig is om in leven te blijven; geen overbodige luxe. De leer bestond uit iets belangrijks. Men had het nieuwe testament nog niet. Men keek met nieuwe ogen naar de geschiedenissen van Mozes en Jozef en naar de Psalmen die vooruit zien naar het lijden van de Heere Jezus. Als er iets moois van God komt, is daar de satan om het kapot te maken. We zien hier drie situaties.

Handelingen 4:34 – 5:11

Deze man loog, omdat hij wel een belangrijke plek wilde, maar niet alles wilde geven. Dat laatste hoefde ook helemaal niet. Waarom staat dit hier? Ananias hield geen rekening met God en nam de apostelen niet serieus. Hij verwachtte hier mee weg te komen. Als zulke mensen een leidinggevende positie in de gemeente krijgen, betekent dat het einde. Voor bedrog en leugens is geen plaats in de gemeente. Dat werd hier duidelijk gemaakt.

Handelingen 5:7 en 5:28-33

Wat een moment voor Petrus. Een paar maand eerder stond de Heere Jezus op deze plek. Petrus roept op tot bekering en verkondigt vergeving. Naar binnen toe, in de gemeente, was er oordeel. Bij ons is het vaak andersom. Binnen bedekken we alles met de mantel der liefde. Naar buiten toe oordelen we.

Handelingen 6:1-7

De gemeente groeit. Blijkbaar waren de apostelen niet zo goed in de praktische zaken. Dit leverde gemopper op. Ze kwamen ook niet meer toe aan de woordverkondiging. In de gemeente bestaat geen ongeestelijk werk. Ook werden mannen gezocht met een goed getuigenis en vervuld met de Heilige Geest. Nu hadden de apostelen weer tijd voor de woordverkondiging en groeide het aantal discipelen. Merk op dat hier daadwerkelijke volgelingen worden genoemd en niet gelovigen, die 'alleen maar' geloven.