Download details |
Handelingen 7:54 – 8:3 en Handelingen 9:1-2
Hiervoor lezen we over de redevoering van Stefanus. We komen de jonge Saulus hier voor het eerst tegen. Uitermate geleerd en onberispelijk, student van Gamaliël. Hij trotseerde hier het gezag van de Romeinen door de verantwoordelijkheid voor de steniging op zich te nemen. Hij neemt een groot risico. De joden mochten namelijk geen doodstraf uitspreken. Een grote jonge held. Saulus begon de gemeente te verwoesten.
Het sanhedrin had van de Romeinen de autoriteit gekregen om ook in andere gouvernementen te handelen. Paulus zet zich in als initiatiefnemer en leider. Hij werd niet gevraagd, maar ging er zelfstandig op af. We zullen zien dat de Heere dit alles moet afbreken en dat alle eigenschappen die hij bezat ongeschikt zijn in het Koninkrijk van God. Zijn positie moest hij opgeven en zijn kracht en moed moest hij verliezen. Al zijn natuurlijk eigenschappen moet hij afleggen om bruikbaar te zijn in het koninkrijk van God.
Handelingen 9:3-30
Met de hielen tegen de prikkels slaan; de Heer duidt op de strijd in Paulus hart. De redevoering en het sterven van Stefanus waren een begin van een worsteling. Op het oog was de dood van Stefanus een verlies. God gebruikt dit om in het hart van Saulus te raken. De Heere werkt op een manier die wij niet zien of zelf zien als een mislukking.
Saulus leert een aantal lessen:
- vers 4 ev; Hij leert dat hij niet de gemeente vervolgt maar de Heere zelf.
- vers 10 ev; Hij leert dat hij anderen nodig heeft. Een onbelangrijk iemand moet voor hem bidden, zodat zijn ogen worden geopend. Saulus leert gezeglijkheid. Ook wij hebben het nodig om door anderen te worden geleerd. Ook de leraren onder ons hebben weer andere leraren nodig. Hij werd gedoopt. Je doopt jezelf niet, je hebt daar anderen voor nodig.
- vers 19 ev; Saulus was gewend met redetwisten en argumenten te winnen. Hij moest nog leren wat in 1 Kor 1:17 wordt beschreven. Er kwam niemand tot geloof, ze wilden hem zelfs doden. Zijn derde les was dat hij leerde dat de eigenschappen en vaardigheden, die hem tot een succesvol man maakten, in de gemeente nutteloos zijn. In de gemeente werkt het heel anders.
- vers 24 ev; Wat een vernedering! Hij kwam aan als een trotse leider. Als een misdadiger verlaat hij de stad. Hij moest leren wat zijn positie was. Gods weg is een weg van vernedering en niet van trots. God laat soms vernedering in ons leven toe, zodat we bruikbaar worden Zijn koninkrijk. In Filippenzen 3:4 lezen we hier meer over.