Download details |
Laodicea
Op. 3:14-16 Uitspugen. Dat is wel een ernstige zaak. Ze wisten letterlijk wat dat betekende. In elke Griekse stad stonden fonteinen en waterbakken. Het water in Laodicea kwam van heel ver weg via een aquaduct. Je verwacht een verfrissing, maar het water was lauw geworden. Was het maar warm, dan kon je het gebruiken als bad. Of was het maar koud, zodat je het kon drinken. Dat lauwe heeft niemand wat aan.
Wanneer is een gemeente nu lauw? "Ik zou aan evangelisatie moeten doen, maar dat is niets voor mij". "Ik zou eigenlijk meer moeten bidden en Bijbelstudie moeten doen, maar het komt er niet van". Je weet het allemaal wel, maar je doet het niet. Dan zegt de Heere: "Ik zal je uit m'n mond spugen". Het is een kenmerk van de gemeente in de laatste dagen, maar er zullen dan ook meerdere typen gemeenten naast elkaar bestaan.
Op. 3:17 Zowel geestelijk als materieel waren ze rijk. Goud kopen deden ze wel, het was een handelsstad. We kunnen natuurlijk geen zegen kopen, maar de Heere zegt; "koop nu maar eens wat van Mij". Je bent zo gericht op de handel, wees nou maar eens gericht op Mij.
Misschien zijn wij ook zo druk met onze carrière en onze dagelijkse gang van zaken dat we ons niet meer bewust zijn van onze ellendige toestand.
Filadelfia
Deze dingen worden niet tegen Filadelfia gezegd. Tegen hen kan de Heere alleen maar positieve dingen zeggen. Het was geen handelsstad, maar een cultuurstad. De Grieken noemde dat een ‘open deur van beschaving’ bedoeld om de achterliggende gebieden te ‘ver-grieksen’. De christenen in Filadelfia wilden graag een open deur zijn van Gods evangelie. Ze wilden de goede boodschap uitdragen.
Op. 3:7 Ze wisten dat de Heere alles in handen heeft. Hij heeft ze een open deur gegeven. De Heere zegt: “Jullie hebben kleine kracht, en gaan grote dingen doen. Want ik doe de rest! Bij alles wat we zelf regelen hebben we Hem blijkbaar niet nodig.
Zijn woord bewaren; we kunnen wat aan zijn woord toevoegen en er wat van af doen. Beiden zijn een ernstige zaak. We kunnen goed aanwijzen wat plaats en tijd gebonden is als het ons niet uitkomt. Dat geldt vooral voor ge- en verboden, niet voor de zegeningen. “Dit is onze bijbel”. Uiteraard moeten we wel zorgvuldig omgaan met wat is geschreven tot de gemeente en wat tot Israël. De gemeente in Filadelfia heeft het Woord bewaard!
Weet u nog waar de preek van vorige week over ging? Bewaren wij Zijn Woord in ons hart? Zijn woord is wat ons leidt en wijst op onze tekortkomingen. We komen er achter dat we kleine kracht hebben en dat we Hem nodig hebben.
Op 3:9 en 1 Kor 14:24: Willen wij dat mensen erkennen dat het woord van God onder ons is? Dat de gemeente groeit. Zijn we blij als een ongelovige zich bekeerd? Of zien we dat als een hoop werk; ze moeten bezocht worden en onderwezen. In Filadelfia waren ze er blij mee als er mensen werden toegevoegd. In Laodicea hadden ze daar geen tijd voor.
Op 3:10 Wat in Openbaringen staat beschreven en wat men zich vroeger niet kon voorstellen zien wij voor onze ogen gebeuren. De gemeente in Laodicea was er niet zo mee bezig, Filadelfia wel. Tegen hen zegt de Heere Jezus; “Ik zal jullie bewaren voor die tijd”. We weten dat de Heere Jezus ons komt ophalen, laten we hopen dat hij dit jaar komt. En als Hij dit jaar niet komt, zijn we dan teleurgesteld? Of zijn we lauw en interesseert het ons niet?