Alle downloads
Aantal downloads: 544
Bestanden:

In deze lezing wil ik u meenemen naar een van de centrale kenmerken van de brief. Vanuit het langste citaat uit het OT laat de schrijver zien dat God al lang geleden een nieuw verbond beloofd had. En dit is een verbond waarvoor de Heer Jezus borg staat door zijn bloed. Het verbond wordt gekenmerkt door wedergeboorte, kennis van de Heer en volledige vergeving van zonden. En daarmee werd het oude verbond terzijde gesteld.

De schrijver van de brief laat aan de lezers zien dat het offer van de Heer Jezus superieur is aan alle offers van het oude verbond. Maar ook laat hij daarmee zien dat er zoveel offers waren vanwege de vele verschillende facetten van het offer van de Heer. Het verlost ons van de zonde, het reinigt ons van een zonde-geweten waardoor we vrijmoedig kunnen en mogen naderen tot God Zelf in het hemels heiligdom. Het offer van de Heer, waardoor Hij Zijn bloed gaf in plaats van ons leven is de herdenking van het grote verlossingswerk dat Hij volbracht heeft.

Heb.10:1-25 Hoewel God de dierenoffers in het oude testament geboden had, had Hij daar toch geen behagen in. Ze konden niet werkelijk de zonden wegnemen en ook de offeraar had maar zeer kortstondig baat bij de vergeving. Uiteindelijk waren het ook alleen typen van het offer van de Heer Jezus. Het offer van Zijn lichaam, gebracht in liefdevolle gehoorzaamheid aan Zijn Vader, heeft daadwerkelijk de zonden weggenomen. En dit geeft ons volle vrijmoedigheid om tot God in de hemel te naderen. Het zondeprobleem is opgelost; de vergeving volkomen en eens en voor altijd.

In dit gedeelte roept de schrijver de gelovigen op tot standvastigheid in het geloof. Zij hadden in het verleden veel geleden maar hadden door het verlies van moed de neiging het geloof te verlaten en de Heer te loochenen. Hij roept hen echter op vast te houden omdat volharding in het geloof nu juist het centrale kenmerk van een leven is waarin God een welbehagen heeft. Hij zal vervolgens aan de hand van de galerij der geloofsgetuigen laten zien dat God achter de gelovige staat. Verder gaat hij hier in op de vraag wat dan precies dat geloof inhoudt om te eindigen dat het juist de Heer Jezus is die ons in dat geloof is voorgegaan en Die ook de Inhoud van dat geloof is.

Veel gelovige lijden omwille van hun geloof en omwille van de gerechtigheid. Zij worden vervolgd, mishandeld, bestolen, uitgejouwd en uitgestoten. We zouden ons af kunnen vragen waar God in dit alles is en waarom Hij dit toelaat. Maar dan zien we in Gods Woord dat Hij daar een doel mee heeft. En het is zo belangrijk dat doel voor ogen te houden als we lijden. Lijden is een onderdeel van de opvoeding van God. De weg tot verheerlijking en heerlijkheid gaat altijd via lijden en vernedering. Zo is het met de Heer Jezus gegaan en zo zal het dus ook met ons gaan. Maar Hij heeft er een heerlijk doel mee, de verheerlijking samen met Zijn Zoon. En in dat lijden zijn we nooit alleen; daarom hebben we een hogepriester die in alles heeft geleden om ons genade en kracht te geven in dat lijden.

Hebr.12:1-13 De gelovigen uit de Joden leden onder hun geloof in Christus. Het risico bestond dat zij moedeloos werden en zouden opgeven. Daarom wijst de schrijver hen op de Heer die het Voorbeeld is en gaf aangaande lijden. Ook gelovigen lijden. Alleen wij zouden ons moeten realiseren dat de Heer Jezus leed als straf omdat Hij onze zonden droeg. Wij als gelovigen lijden als teken van Gods liefde, omdat Hij ons wil opvoeden tot Zijn zonen. En om te leren zou Hij ons discipline en vertrouwen bijbrengen, juist door moeilijke omstandigheden. Maar altijd met een doel wat Hem eer geeft en ons deel maakt aan Zijn heiligheid.

In de eerste brief van Petrus schrijft hij aan gelovigen dat zij er zich niet over zouden hoeven verwonderen dat we lijden in deze wereld. Eigenlijk is dat onze roeping, in navolging van onze Heer. Ook Hij ging via lijden tot verheerlijking. Het lijden dat we meemaken kan zowel zijn omdat wij getuigen zijn van onze Heer alsook omdat we rechtvaardig willen leven in deze onrechtvaardige wereld. Dat lijden kunnen we echter dragen omdat we weten dat we de Heer zullen zien en met Hem verheerlijkt zullen worden.