Het hoofdstuk waarin Paulus zichzelf verdedigt naar de Corinthiërs staat op een vreemd plaats. Het staat precies tussen twee gedeelten over het eten van afgodenoffer in. Hij doet dit echter om te laten zien dat hoewel gelovigen veel vrijmoedigheid en gewetensvrijheid hebben we dat soms laten staan ten behoeve van anderen. Niet allen hebben namelijk dezelfde kennis. Paulus betoogt in dit hoofdstuk dat, hoewel hij "recht" had van het evangelie te leven, dit niet deed om nóg bruikbaarder te zijn voor zijn Heer. Ook wij als kinderen van God mogen leren dat we soms van onze rechten af behoren te zien wanneer dit anderen verder kan helpen.
1Cor.11:17-34
In dit gedeelte waarschuwt de apostel de Corinthiërs voor de gevolgen van de wantoestanden tijdens de avondmaalsviering. Zij minachtten hun minderbedeelde medegelovigen door in hun liefdemaaltijd duidelijk onderscheid tussen rijk en arm te maken. Hierin gedroegen zij zich haaks op de betekenis van het avondmaal waar alle gelovigen gelijk zijn voor de Heer en die uitdrukking geeft aan de eenheid met de Heer en de eenheid als lichaam van Christus. Naast de waarschuwing laat hij uiteraard de heerlijke betekenis zien van het avondmaal als uitdrukking van het werk van de Heer in verleden, heden en toekomst. We zouden dit vieren om aan Hem, en niet aan onszelf, te denken. Daarom was wat zij deden zo kwalijk.
1Co.15:35-58
In het tweede gedeelte van dit hoofdstuk gaat de apostel in op een aantal tegenwerpingen tegen het geloof in de opstanding. Hoe kunnen ontbonden lichamen nu opstaan? Paulus zal dan laten zien dat God de opstandingsgedachte al lang in de natuur heeft gelegd. Ook de aard van het opstandingslichaam zal hij bespreken. En ook hier zien we dat het grote Voorbeeld altijd weer de Heer jezus Zelf is. Wij zullen delen in eenzelfde lichaam als Zijn opstandingslichaam. Hij zal allen die met Hem verbonden zijn bij Zijn komst veranderen, reeds overleden dan wel nog levend. En dit heeft niet alleen gevolgen voor de toekomst…..maar ook zeker voor ons heden. De oproep is dan ook om onze toekomst ons heden te laten bepalen.
Er wordt veel gezegd over de functie van profetie vandaag de dag. Maar wat is profetie eigenlijk? We zien dan dat het niets minder is dan het persoonlijk gezaghebbend en onfeilbaar spreken van God tot Zijn volk is. En daar zou men als gemeente ruimte aan geven is wat Paulus de Corinthiërs hier zegt. Of God in deze dagen nog net zo spreekt als toen het nieuwe testament er nog niet was? Wel, dat valt te bezien. Uitsluiten hoeven we niet, het te onderzoeken wel. Het is immers nogal wat. Maar God is soeverein; we laten het aan Hem.
In dit laatste hoofdstuk zal Paulus de nog resterende vragen van de Corinthiërs afhandelen, die over de collecte en een vraag over de komst van Apollos. Paulus geeft hen zelf nog wat aanbevelingen over hun houding jegens Timotheüs en Stefanas. Ook in dit hoofdstuk liggen nog prachtige lessen over onze omgang met giften, hartelijkheid naar elkaar en visie op dienst. Ook zal de apostel nog een forse waarschuwing geven aan hen die de Heer niet liefhebben.
2Co.4:1-15
De heerlijke bediening van leven, rechtvaardigheid en de Geest wordt slechts gezien door hen die zich tot de Heer bekeerd hebben. Maar vanwege die heerlijke boodschap heeft hij geen enkele schroom, ondanks de grote tegenstand. Maar opdat alles Gods kracht zou zijn heeft dat wel grote gevolgen voor zijn leven. De heerlijkheid van de Heer komt het beste uit in de fragiliteit van zijn dienstknecht(en).