Alle downloads
Aantal downloads: 556
Bestanden:

In deze twee hoofdstukken bemoedigt en spoort Paulus de Corinthiërs aan om hun voorgenomen gift af te staan. Hij laat in deze twee hoofdstukken zien wat de onderliggende principes zijn voor het “financiële beleid” van christenen. Worden wij geacht tienden te geven? Paulus spreekt er niet over maar laat zie hoe de christen na mag denken over de stoffelijke zegeningen die de Heer hem heeft gegeven en hoe hij deze als een wijs rentmeester weer kan “uitzetten”, kan “zaaien” tot nieuwe zegen voor anderen en tot verheerlijking van de Heer.

In dit hoofdstuk vinden we de centrale gedachte van Paulus' evangelie en bediening maar tevens van iedere gelovige. Gods genade zou onze kracht zijn. Paulus laat zien dat de weg van de Heer zo anders is dan die van de wereld. Het gaat niet om ons maar om Hem en Hij wil ons leren dat onze zwakheid het voertuig van Zijn genade is....onder alle omstandigheden. Op de bergtop van een geestelijke ervaring maar ook in het dal van het lijden.

In Gal.2:11-14 lezen we hoe Paulus Petrus publiekelijk terechtwijst omdat zijn houding naar zijn medegelovigen uit de heidenen haaks stond op de boodschap van het evangelie. Petrus liet zien dat hoewel het ene zei, iets anders deed. Petrus nam afstand van deze broeders omdat er een groep wettische gelovigen uit Jeruzalem op bezoek kwam die striktere eisen stelde aan de levenswandel van de gelovigen uit de heidenen. Paulus wist dat dat een aanpassing aan het evangelie was en ging daarom ook niet akkoord.. Een kind van God staat recht voor God omdat hij gelooft dat God genadig is voor ieder die gelooft in Christus Die zijn zonden gedragen heeft. En ook ná de bekering komt daar níets bij!!

In dit gedeelte stelt de apostel de gemeenten van Galate een aantal vragen waarbij hen wil laten zien dat zij inconsequent bezig zijn. Hoe kunnen zij beginnen met Gods Geest maar proberen te finishen met de wet? Hebben zij de Geest niet ontvangen door het geloof in het evangelie in plaats van zich aan de wet te houden?

Gal.3:6-13 De apostel Paulus laat in dit gedeelte zien dat starten met de Geest en eindigen met de wet niet de bedoelde levenswandel van de christen is. Al in het oude testament liet God zien dat Hij wil dat zijn kinderen leven uit geloof en niet door werken van de wet. Abraham werd al gerechtvaardigd vér voor de wet kwam. Daarbij komt dat geen mens door de wet gerechtvaardigd kan worden omdat men geen enkel gebod of verbod overtreden mag om rechtvaardig te zijn. De minste of geringste afwijking leidt onherroepelijk tot veroordeling. Hoe heerlijk is het dan te weten dat wij met Christus gestorven zijn die elke overtreding en elke zonde gedragen heeft. Daardoor mogen we in Hem ons door de Geest laten leiden.

In dit gedeelte behandelt Paulus de vraag over het waarom van de wet als die toch niets toevoegt aan de belofte aan Abraham. Hij laat vervolgens zien dat wet Israël/ons laat zien dat we als mens op geen enkele wijze aan Gods standaard kunnen voldoen. De wet laat zien dat we zondaren zijn door de zonde als overtreding van Gods geboden aan het licht te brengen. De wet veroordeelt ons echter alleen maar kan ons niet redden, hij kan ons dood in zonden en misdaden verklaren maar kan ons geen leven geven. Maar juist omdat we dat niet kunnen maakt dat dat we teruggeworpen worden op Gods enige weg tot behoud, het verlossingswerk in Zijn Zoon. En dan zien we dat juist omdat allen veroordeelt zijn ook allen door genade behouden kunnen worden. Maar dat niet alleen. Want wanneer we uit geloof gerechtvaardigd worden, worden we ook geacht uit geloof te leven.